





Zwangerschap en bevalling
Een zwangerschap van meer dan één baby is voor de aanstaande ouders meestal een verrassing, maar brengt naast blijdschap ook extra vragen en soms zorgen met zich mee. Voor een grotere meerlingzwangerschap dan een drie- of vierling geldt dit nog sterker.
Wanneer en hoe ontdekt men een meerling?
Soms ontdekt men een meerling al vroeg in de zwangerschap bij echoscopisch onderzoek. Bij andere zwangere vrouwen blijkt dat de baarmoeder sneller groeit dan verwacht, en toont echoscopisch onderzoek pas later in de zwangerschap een meerling aan. Vroeger kwam geregeld voor dat pas bij de bevalling bleek dat er meer dan één baby in de baarmoeder zat; dat is nu in Nederland nog maar zeer zelden zo.
Als men zeer vroeg in de zwangerschap (bijvoorbeeld voor 7 weken) een meerling ziet, groeit bij zo’n 10-20% van de zwangerschappen een van de vruchtjes niet door. Soms is er bloedverlies. Bij de bevalling is er meestal niets meer van het vruchtje terug te vinden.
De zwangerschap van een meerling
Een meerlingzwangerschap vergt over het algemeen meer van de vrouw dan een eenlingzwangerschap. In het begin van de zwangerschap is er een grotere kans op klachten als misselijkheid, braken en moeheid. Omdat de baarmoeder snel groeit, zijn ook in de loop van de zwangerschap klachten als harde buiken, moeheid en slecht slapen niet ongebruikelijk.
Zwangerschapsstrepen op de huid (striae) ontstaan sneller dan bij een eenlingzwangerschap. De gemiddelde zwangerschapsduur is bij een tweeling 37 weken, bij een drieling 34 weken en bij een vierling 31weken. Bij een meerlingzwangerschap is de kans op complicaties groter dan bij een eenlingzwangerschap. De belangrijkste complicaties zijn vroeggeboorte en het achterblijven in groei. Andere problemen die vaker voorkomen, zijn een hoge bloeddruk en bloedarmoede.